← Vorige pagina
Door de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) heeft de werkgever een re-integratieverantwoordelijkheid gekregen van de overheid. Dit heeft geleid
tot een belangrijke verandering van de rol en functie van de bedrijfsarts: hij is bruggenbouwer en de medisch inhoudelijke regisseur van het re-integratieproces.
30 jaar geleden speelde de bedrijfsarts een grote rol bij de gevolgen van werk voor de gezondheid. Sinds de invoering van de WVP gaat het om de gevolgen van ziekte voor werk. Hoe kan de patiënt/ werknemer op verantwoorde wijze weer terug- keren naar het arbeidsproces? Dit maakt dat re-integratiezorg een onderdeel van eerstelijns- zorg is geworden en dus heeft de bedrijfsarts een belangrijke rol gekregen bij de uitvoering hiervan. Echter, in de dagelijkse praktijk blijkt dit toch een moeilijke tak van sport.
‘Curatie en re-integratie zijn nauw met elkaar verbonden’
Door de WVP zijn curatie en re-integratie nauw met elkaar verbonden. Immers: er is behandeling nodig om tot verbetering van belastbaarheid te komen en verbetering van belastbaarheid is nodig om tot een voorspoedige re-integratie (het liefst in eigen werk) te komen. Daarbij moet ook niet vergeten worden, dat behandeling pas kan starten als onderzoek en
diagnostiek heeft plaatsgevonden. Het re-integratieproces wordt dus sterk bepaald door de tijd die onderzoek en diagnostiek in beslag nemen en door het resultaat van behandeling. Het eindresultaat van behandeling is niet altijd van te voren te voorspellen. Het re-integratieproces is vaak afhankelijk van het functioneren van ‘de zorg’ in Nederland (ziekenhuizen, huisartsen, gespecialiseerde instellingen, etc.); het bedrijfsleven is dus afhankelijk van ‘de zorg’ bij de uitvoering van de verantwoordelijkheid voor re-integratie.
Grote afstand bedrijfsleven en zorg
Helaas kan geconstateerd worden dat er vaak een enorme afstand bestaat tussen het bedrijfsleven en de zorg. Mijn ervaring is dat de collega’s in het ziekenhuis geen idee hebben van de nanciële belangen voor werkgever en werknemer als er sprake is van ziekte waardoor een werknemer
zijn of haar eigen werk niet kan verrichten. Ook zijn zij zich vaak niet bewust van het feit, dat zij een rol spelen in een re-integratieproces. Immers: behandeling is nodig om tot verbetering van belastbaarheid te komen; verbetering van belastbaarheid is nodig om terugkeer in het (liefst eigen) werk te realiseren en behandeling kan pas starten als onderzoek en diagnostiek zijn afgerond. Juist deze afstand leidt vaak tot onduidelijkheden. Ook de bedrijfsarts begeeft zich vaak op afstand van het bedrijf en is daardoor weinig zichtbaar.
Door deze afstanden verloopt de communicatie tussen de hoofdrolspelers (o.a. werknemer, behandelaren, bedrijfsarts, casemanager, werk- gever) vaak slecht. De zorg voor de patiënt/ werknemer en de zorg voor re-integratie zijn erbij gebaat, dat er een goede interactie en samen- werking bestaat tussen alle betrokkenen. Dus ook tussen bedrijfsarts, behandelaren en het bedrijfs- leven. Daarvan is echter vaak geen sprake. Deze situatie levert onduidelijkheid op en leidt tot frustratie, waardoor moeizame re-integratie- processen en onnodige strijd ontstaan.
De rol van de bedrijfsarts in het bedrijfsleven
De bedrijfsarts moet de schakel zijn tussen ‘de zorg’ en het bedrijfsleven en duidelijkheid verschaffen over wat de verwachting is en wat er voor nodig
is om de belastbaarheid te verbeteren. Dit in het
belang van de zorg voor de werknemer en dus ook voor de re-integratie. Daarbij is goede communicatie cruciaal. De bedrijfsarts vervult dus een zeer belangrijke rol in de uitvoering van de verantwoordelijkheid voor re-integratiezorg van het bedrijfsleven.
Arts in het bedrijf
Ik stel mij op het standpunt dat re-integratiezorg deel uitmaakt van eerste-lijn-gezondheidszorg: goede zorg voor patiënten/werknemers en goede zorg bij terugkeer in het arbeidsproces. Een bedrijfsarts is een eerstelijnsarts, die zijn of haar functie uitoefent in het bedrijfsleven. Daarmee is hij of zij een arts in het bedrijf en niet daarbuiten! Een bedrijfsarts heeft altijd te maken met twee patiënten: de werknemer en de werkgever. Er bestaat geen andere arts in ons huidige zorgstelsel die met deze bijzondere situatie geconfronteerd wordt. Dit vraagt dan ook om andere competenties dan een arts die alleen met één patiënt wordt geconfronteerd!
Gemeenschappelijk belang
De bedrijfsarts werkt uitsluitend vanuit een gemeenschappelijk belang: er is nooit een tegen- gesteld belang! Immers, als je het goede doet voor de patiënt/werknemer, doe je ook het goede voor het re-integratieproces en dus ook het goede voor de organisatie. Het feit dat de bedrijfsarts betaald wordt door het bedrijfsleven doet daarbij niet ter zake! Hij of zij is een arts die ‘bruggen bouwt’ en actief communiceert: een arts die tracht alle lijnen met alle hoofdrolspelers te verbinden voor het herstelbelang en het re-integratieproces van de patiënt/werknemer. Daardoor zal de communicatie tussen alle hoofdrolspelers sterk verbeterd worden en kan de arts de medisch inhoudelijke regisseur worden van het re-integratieproces. Voor veel ziektebeelden en de consequentie daarvan voor werk(belasting) bestaan geen richtlijnen voor de belastbaarheid. Elke patiënt is uniek. Dit betekent dus dat per patiënt op maat de belastbaarheid dient te worden ingeschat. Dat kan bij elke patiënt anders zijn en kan in de loop van behandeling, herstel of revalidatie weer veranderen. Goede samenwerking tussen alle betrokkenen is daarbij van groot belang.